Deze post is gearchiveerd.
21 november 2012 - Story
Let vooral op de actieve rol van de persona, want daar ligt het voornaamste verschil tussen persona's en demografieën (en dààr ligt de opporuntieit voor service design en inbound marketing). Dankzij deze onderzoektechniek kunnen we de juiste user types met de juiste antwoorden tegemoet komen, afhankelijk van je onderzoeksvraag.
Voor je start met persona's maken moet je je afvragen wat de organisatie nodig heeft.
Eens je hier duidelijkheid rond hebt, kan je persona's beginnen creëren.
Doelgroepen kunnen overgenomen worden van de doelgroepen die de organisatie zelf onderscheid, ofwel zijn dit meer generieke doelgroepen als ‘jongeren’, ‘senioren’, ‘pendelaars’, ‘huisvrouwen’, ... Een eerste opdeling naar je persona’s dus.
In deze fase is het de bedoeling dat je als een echte onderzoeker te weten komt wat er leeft bij de verschillende doelgroepen. Dit kan het best door interviews, waarin de vraag ‘waarom?’ het meest moet voorkomen. Andere methoden zoals focusgroepen, participerende observatie,... zijn ook mogelijk, maar voor de niet-ervaren onderzoeker waarschijnlijk te ingewikkeld. Het kan ook nuttig zijn om binnen deze fase doelgroepen te gaan onderzoeken waarvoor de organisatie in eerste instantie net NIET werkt. Uit deze interviews kunnen niet alleen inzichten naar boven komen, maar ook nieuwe opportuniteiten!
Uit fase 2 zal er een diversiteit aan gedragspatronen en attitudes naar boven komen, deze kunnen geclusterd worden naar relevante eigenschappen. Die eigenschappen moeten echter dieper onderzocht worden bij de doelgroepen waar de organisatie de mogelijkheid ziet om de onderzoeksvraag die in het begin geformuleerd is op te lossen.
Uit fase 3 komen we te weten hoe de verschillende doelgroepen precies in elkaar zitten. In fase 4 is het de bedoeling ‘skeletten’ op te zetten van de gevonden profielen, aan de hand van hun centrale noden. Dit skelet is een document met persoonlijke informatie die elk van de profielen concreet moet maken. Het doel hiervan is de verschillen tussen profielen bloot te leggen. Het is eveneens een eerste basis om verdere details en context aan toe te voegen. In deze fase is het belangrijk te controleren dat de verschillende profielen genoeg van elkaar verschillen en wat de terugkerende assen zijn overheen de profielen. Dit kan je helpen de verschillende profielen op een duidelijke manier voor te stellen, in bijvoorbeeld een presentatie .
Tot nu toe hebben we alleen nog maar ‘skeletten’. Om van een skelet een persoon(a) te maken hebben we nog vlees nodig. We voegen op een verhalende manier details aan het skelet toe: een fictieve naam, een gezicht, demografische info, doelen, competenties, taken, verwachtingen, relaties met anderen,... Het kan zijn dat hier meer informatie voor nodig is; als je nog niet weet welke doelen en competenties het profiel heeft. Om na te gaan of de profielen realistisch zijn kan je user enquêtes gebruiken. Deze kunnen een snelle en effectieve oplossing zijn voor invulling en / of testing. Daarbij is het zeer belangrijk steeds te controleren of de vragen relevant en duidelijk zijn.
De laatste fase is voor alle betrokken partijen de meest interessante. In deze fase is het namelijk de bedoeling dat er beslist wordt voor welke persona’s welke actie zal worden ondernomen. Actie ondernemen kan ook betekenen dat er voor dat persona niets ondernomen wordt. Omdat de organisatie voor die persona al goed bezig is, of net omdat er voor die persona geen gewenste opportuniteiten zijn. In het laatste geval kan de persona als een negatieve persona beschouwd worden, een persona waarvoor de organisatie net niet werkt.